GezinsPlatform.NL



Ouders zijn niet de oorzaak van ongelijke kansen kinderen

gepubliceerd: woensdag, 21 oktober 2020

In een opinie­stuk in het Re­for­ma­to­risch Dagblad (zie hier­on­der) van dins­dag 20 ok­to­ber zetten Yvonne Koopman en Gerdien Lassche uiteen waarom zij bezwaar maken tegen de con­clu­sies van de Onder­wijsraad in hun ‘Verken­ning over sekseverschillen in het onder­wijs waardoor jongens en meisjes onge­lijke kansen krijgen’.

foto: US Depart­ment of Education

Genderonge­lijk­heid op school onte­recht geweten aan ‘thuis’

Yvonne Koopman en Gerdien Lassche

Het is niet zozeer de gen­derste­reo­ty­pe­ring die doorbroken moet wor­den maar het taboe dat je pas mee­telt wanneer je volle­dig aan de arbeids­markt deelneemt of ál je dromen kunt najagen.

Hoe cynisch wil je het hebben? Uit­ge­re­kend in de Week van de Opvoe­ding (5 tot 11 ok­to­ber), waarin ouders een hart onder de riem werd gestoken, publi­ceerde de Onder­wijsraad een verken­ning over sekseverschillen in het onder­wijs waardoor jongens en meisjes onge­lijke kansen krijgen (RD 7-10). De oor­zaak hier­van ligt volgens de Onder­wijsraad veelal thuis, omdat leer­lin­gen thuis wor­den beïn­vloed door ste­reo­ty­pe­ring over gen­der. En dat moet ver­an­de­ren. De Re­for­ma­to­rische Ouder­ver­eni­ging (ROV) en Gezins­Plat­form.NL vin­den het onte­recht dat ouders wor­den aangewezen als oor­zaak van genoemde verschillen.

De verken­ning van de Onder­wijsraad is uitge­voerd op verzoek van de Tweede Kamer omdat er al lan­ger zorgen bestaan over de positie van jongens in het onder­wijs. Jongens pres­te­ren min­der goed, terwijl zij wel de meeste aan­dacht vragen in de klas. Dit komt, aldus de verken­ning, doordat vanuit opvoe­ding, leef­tijds­ge­no­ten en les­ma­te­riaal het beeld wordt voorge­hou­den dat dit past bij jongens. De Onder­wijsraad pleit ervoor dit te door­bre­ken, vooral omdat men tege­lijker­tijd bemerkt dat mei­den een min­der goede beroepsloop­baan hebben. Dus jongens doen het min­der goed op school maar beter in hun carrière.

Het onder­zoek con­clu­deert dat van alle moge­lijke factoren er dui­de­lijk één de echte oor­zaak is: de denk­beel­den over gen­der, over waar jongens en mei­den goed in zijn en over be­roe­pen die bij hen passen. De oplos­sing zit volgens de Onder­wijsraad dan ook in het afschaffen van deze ste­reo­ty­pen over gen­der, om de onge­lijk­heid in kansen en keuze­vrij­heid te verkleinen. Dat klinkt toch een beetje als een doel weghalen, zodat je er niet naast kunt schieten. Of geen deur naar het balkon maken, zodat je er niet af kunt vallen.

Werken om te leven

Het is uiter­aard heel goed dat de Onder­wijsraad ervoor pleit dat in het onder­wijs wordt gekeken naar de in­di­vi­duele capaci­teiten van een kind, ongeacht of het een jongen of een meisje is. En dat alle kin­de­ren gelijke kansen krijgen aan­ge­bo­den. Dat de uit­komst van die kansen verschilt (in de school- en beroepsloop­baan) mag echter niet wor­den aangegrepen om een ideo­lo­gisch gedreven idee dat ie­der­een gelijk moet zijn af te dwingen. De keuzes die jongens en meisjes op school en later in hun beroepsleven maken, zou­den weleens heel gewoon hun eigen keuzes kunnen zijn.

Waarom, bij­voor­beeld, is het een min­der guns­tige beroepsloop­baan als je ervoor kiest in deel­tijd te werken? Vaak gebeurt dat bij de geboorte van een kind. Dat met name de loop­baan van de moe­der in deze periode zich stabiliseert of zich min­der snel ontwikkelt, is geen verras­sing en kan ook niet wor­den veran­derd: zij draagt immers het kind, bevalt en voedt het. De ouders stemmen ver­vol­gens af hoe zij hun leven samen inrichten, hoe zij werk en gezin (of zorg voor anderen) combineren. Dát zijn de voor­beel­den die kin­de­ren thuis mee­krij­gen: hoe je samen, ieder met zijn eigen capaci­teiten, inves­teert in je kin­de­ren, die dan niet zo zeer de eco­no­mische maar wel de men­se­lijke waarde van de samen­le­ving weer­spie­gelen. We leven immers niet om te werken, maar werken om te kunnen leven.

Keuze­vrij­heid

In de Week van de Opvoe­ding stond de rol van ouders centraal: „Welke factoren zorgen ervoor dat ouders zich fijn voelen in het ouder­schap? Want wanneer het goed gaat met de ouder, gaat het ook vaak goed met het kind.”

Het is volgens het Gezins­Plat­form.NL en de ROV niet zozeer de gen­derste­reo­ty­pe­ring die doorbroken moet wor­den maar het taboe dat je pas mee­telt als je volle­dig aan de arbeids­markt deelneemt of ál je dromen kunt najagen. De verken­ning van de Onder­wijsraad spreekt over ”onderbenut­ting” als dat niet gebeurt maar gaat volle­dig voorbij aan het feit dat verreweg de meeste jongens en meisjes op een gegeven moment als ouders voor een keuze komen te staan. Het overgrote deel zal besluiten dat een van bei­den zijn of haar talenten en capaci­teiten inzet voor de opvoe­ding van de kin­de­ren (of zorg voor anderen), door bij­voor­beeld in deel­tijd te gaan werken of een tijdje helemaal niet. Dat is pas echt keuze­vrij­heid.

Yvonne Koopman is jour­na­list, moe­der en voor­zit­ter van Gezins­Plat­form.NL, Gerdien Lassche is leer­kracht, moe­der, beleids­me­de­werker van de ROV en bestuurslid van Gezins­Plat­form.NL